Nederlandse Obesogene Index

Onderzoek Inhoudsopgave
    Voeg een kop toe om te beginnen met het genereren van de inhoudsopgave

    Originele Onderzoek Titel:
    Association between the Dutch Obesogenic Built- environmental CharacterisTics (OBCT) index and 14-year cardiovascular disease incidence: a population-based cohort study of 4.4 million adults

    Samenvatting in begrijpelijke taal

    Onderzoekers in Nederland hebben veertien jaar lang gekeken of de buurt waarin mensen wonen invloed heeft op hun hartgezondheid. Ze volgden ruim 4,4 miljoen volwassenen van 40 jaar en ouder. Mensen die in een omgeving woonden waar het moeilijker was om gezond te leven, bijvoorbeeld met minder ruimte om te bewegen en meer verleidingen tot ongezond eten, kregen iets vaker een hart- of vaatziekte. Het verschil per persoon was klein, maar op landelijke schaal kan dat toch veel uitmaken.

    Wat hebben de onderzoekers precies onderzocht?

    De onderzoekers wilden weten of de inrichting van de woonomgeving invloed heeft op het ontstaan van hart- en vaatziekten. Ze keken naar dingen als hoeveel sportvoorzieningen er in de buurt waren, de hoeveelheid en lengte van de fietspaden die er lagen, en hoeveel winkels of eetgelegenheden er waren.

    Wie deden er mee?
    – 4.407.426 volwassenen in Nederland, allemaal 40 jaar of ouder aan het begin van het onderzoek in 2006.
    – Niemand had eerder een hart- of vaatziekte gehad.
    – Alle deelnemers woonden zestien jaar op hetzelfde adres (van 2004 tot 2019).

    De onderzoekers gebruikten gegevens uit landelijke registraties van het CBS, ziekenhuizen en overlijdensregisters. Zo konden ze precies volgen wie in de loop der jaren een hart- of vaatziekte kreeg.

    Wat is de OBCT-index?

    Om de omgeving te beoordelen gebruikten ze een maat: de OBCT-index (Obesogenic Built-environmental CharacterisTics).
    Die geeft een cijfer van 0 tot 100 aan hoe ‘obesogeen’ een omgeving is – met andere woorden: in welke mate de omgeving het risico op overgewicht vergroot.

    Een hoge score betekent:

    • minder ruimte of mogelijkheden om te bewegen (zoals fietsen of wandelen),
    • meer autoverkeer,
    • meer plekken waar ongezond eten te koop is.

    Een lage score wijst juist op een omgeving waar gezond gedrag makkelijker is. De onderzoekers berekenden die score voor elke deelnemer in een straal van 1 kilometer rond hun huis.

    Wat volgden ze? 

    Tussen 2006 en 2019 hielden ze bij: wie voor het eerst werd opgenomen in het ziekenhuis of overleed door een hart- of vaatziekte en met het onderscheid daarin tussen  hartziekte (CHD), beroerte (stroke) of hartfalen (HF).
    Ze berekenden daarna het risico op deze ziekten bij hogere OBCT-scores, waarbij ze rekening hielden met leeftijd, geslacht, inkomen, stedelijkheid, luchtvervuiling, (fijnstof, PM2.5) en andere achtergrondkenmerken.

    Wat zijn de belangrijkste resultaten?

    • Mensen die in een meer obesogene omgeving woonden, hadden een iets hoger risico op hart- en vaatziekten.
      Voor elke 10 punten hoger op de OBCT-index nam het risico toe met 1,1 % (HR 1.011; 95 % BI 1.009–1.013).
    • Mensen in de hoogste groep (de 20 % met de hoogste scores) hadden een 4,9 % hoger risico dan mensen in de laagste groep (HR 1.049; 95 % BI 1.038–1.060).
      → Dit komt neer op ongeveer 37 extra gevallen per 10.000 mensen in tien jaar.
    • Per type hart- en vaatziekte:
      Coronaire hartziekte (CHD): 1,1 % hoger risico per 10 punten; HR 1.051 (95 % BI 1.036–1.065). Dat betekent 24 extra gevallen per 10.000 mensen in tien jaar.
      Beroerte (stroke): 0,9 % hoger risico per 10 punten; HR 1.034 (95 % BI 1.014–1.055). Ongeveer 9 extra gevallen per 10.000.
      Hartfalen (HF): 1,2 % hoger risico per 10 punten; HR 1.070 (95 % BI 1.042–1.100). Dat zijn ongeveer 11 extra gevallen per 10.000.
      Sterfte door hart- en vaatziekten: 1,0 % hoger risico per 10 punten (95 % BI 1.006–1.014). Ongeveer 14 extra sterfgevallen per 10.000 mensen in tien jaar.

    Verschillen tussen groepen:
    De samenhang was het sterkst bij mensen met een hoog inkomen en bij mensen die woonden op plekken met meer luchtvervuiling (PM2.5).
    Bij jongere deelnemers (< 60 jaar) was de relatie met beroerte iets sterker.
    Bij oudere deelnemers (≥ 60 jaar) was de relatie met hartfalen sterker.
    Ook vrouwen hadden een iets sterkere relatie tussen de OBCT-score en hartfalen dan mannen.

    De onderzoekers noemen de verschillen per individu klein, maar ze benadrukken dat ze op bevolkingsniveau groot kunnen worden.
    Bijvoorbeeld: in een stad van 500.000 inwoners, als 20 % van de mensen in de meest obesogene buurten woont, kunnen dat ongeveer 370 extra gevallen van hart- of vaatziekten in tien jaar betekenen (als het verband echt oorzakelijk is).

    Wat betekent dit voor jou als hartpatiënt?

    De onderzoekers zagen dat mensen die wonen in een omgeving waar het moeilijker is om gezond te leven, vaker een hart- of vaatziekte kregen.
    Het gaat dan bijvoorbeeld om buurten met weinig gelegenheid om te wandelen of fietsen, en waar veel plekken zijn om ongezond te eten.
    Het verschil in risico is per persoon klein, maar omdat miljoenen Nederlanders in zulke buurten wonen, kan dit toch veel invloed hebben op de volksgezondheid.

    Het onderzoek laat zien dat niet alleen persoonlijke keuzes, maar ook de omgeving waarin we leven, invloed heeft op hart- en vaatziekten.

    Zijn er beperkingen aan het onderzoek?

    De onderzoekers wijzen op een aantal punten waardoor de resultaten voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd:

    • Geen informatie over leefstijl: er waren geen gegevens over roken, alcohol, voeding of bewegen.
    • Alleen de woonomgeving gemeten: andere plekken waar mensen veel tijd doorbrengen, zoals werk of recreatie, zijn niet meegenomen.
    • De omgeving alleen bij de start gemeten: veranderingen in de buurt tijdens de veertien jaar zijn niet meegenomen.
    • Mensen kunnen hun woonplek bewust kiezen: wie al gezonder leeft, kan eerder in een ‘gezondere’ buurt gaan wonen.
    • De OBCT-index is een combinatiecijfer: daardoor is niet precies te zeggen welk onderdeel (bijv. voeding, bewegen, verkeer) het meeste invloed heeft.
    • Nederlandse situatie: de resultaten gelden voor Nederland; in andere landen kunnen omgevingen en effecten verschillen.

    De onderzoekers benadrukken dat het sterke punt van hun studie juist de omvang en de langdurige follow-up is. Het gaat om miljoenen mensen, gevolgd met betrouwbare gegevens uit landelijke registraties.

    LET OP: Deze vertaling is automatisch gegenereerd met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) op basis van het originele wetenschappelijke artikel. De samenvatting is nagelezen en goedgekeurd door de onderzoeker. Dit geeft extra zekerheid dat de samenvatting inhoudelijk correct is. Hoewel we uiteraard streven naar een getrouwe weergave, is Hartinshape.nl niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden die ondanks uw goedkeuring zijn blijven staan. Raadpleeg bij twijfel altijd de originele publicatie of een medisch specialist.

    Keurmerk 2 – Bekeken en goedgekeurd door een medisch specialist of de onderzoeker
    Deze samenvatting is gecontroleerd door een medisch specialist of de oorspronkelijke onderzoeker. Zij hebben beoordeeld of de AI-vertaling de kern van het onderzoek correct weergeeft. Hartinshape.nl streeft hiermee naar betrouwbaarheid, maar kan geen volledige garantie geven op de interpretatie of volledigheid.

    Keurmerk 3 – Gelezen en aangevuld door de onderzoeker
    Deze samenvatting is niet alleen gelezen, maar ook inhoudelijk aangevuld of gevalideerd door de oorspronkelijke onderzoeker. Hierdoor biedt de tekst extra context of persoonlijke toelichting. Ondanks deze bijdrage blijft de eindverantwoordelijkheid voor interpretatie bij de lezer.

    Onderzoeken per email ontvangen (#13)